DUBBELTEST
6 min
Je bent jong en je wil wat. Je wil een auto met charisma en sportiviteit, al moet het toch nog betaalbaar en bruikbaar blijven. Dan biedt maar één segment perfect wat je wenst: de snelle hatchback. In de categorie van de lichtgewichten vinden we deze twee kandidaten: de Abarth 595 en de Suzuki Swift Sport.
Een auto in dit segment mag wel wat meer in het oog springen dan de gemiddelde grijze lease-mobiel. Dat hebben ze bij Abarth maar al te goed begrepen: hun interpretatie van wat ooit een Fiat 500 moest zijn biedt een stoer maar toch stijlvol design. Hij krijgt dikke pruillippen van bumpers, enorme uitlaten en een flinke spoiler op zijn anders zo koddige achterklepje. Tegen een kleine meerprijs kan je er ook nog eens voor kiezen om je Abarth van wat sportieve striping en accentkleuren te voorzien. Onze testwagen kreeg bijvoorbeeld, als ‘Yamaha Monster Energy’-editie, een duistere kleurencombinatie met flink wat stickers.
Binnenin gaat de exclusieve sfeer verder met een klein, dik stuurwieltje, aluminium pedalen, stevige kuipstoelen en een turbo-meter. De materiaalkwaliteit is dan wel niet overal even goed, maar op het oog ziet het er allemaal sensationeel uit.
Bij Suzuki pakken ze het wat subtieler aan. Aan de voorzijde krijgt de Swift Sport een hertekende bumper met de onmisbare splitter uit namaak-carbon en een andere grille, maar over het algemeen valt deze sportieve hatch wat moeilijker te onderscheiden van de reguliere Swift. Achteraan is dat al wat eenvoudiger: de dubbele HKS-uitlaat in zijn zwarte omlijsting geeft de achterzijde een smaakvol sportieve uitstraling.
Hoewel ook het interieur zeker een dynamische indruk nalaat zit het bij deze Suzuki toch eerder in de details. De plaat achter de toerenteller, de sierlijsten en de stiksels in de stoelen zijn allemaal rood maar verder is het een relatief normale cabine. Daarbij hoort dus ook de soms wat onaangename, goedkope materiaalkwaliteit van de reguliere Swift.
Eens je met de Suzuki Swift Sport onderweg bent krijg je echter al snel door dat dit geen doordeweekse stadswagen is. Zijn 1.4-liter viercilinder benzineblokje maakt vlot toeren maar heeft eigenlijk bij lagere toerentallen ook al voldoende koppel. Dat dankt de Swift Sport enerzijds aan zijn turbo maar anderzijds ook aan het mild hybrid-systeem dat de auto sinds kort meekrijgt. Sinds die update biedt de Swift Sport maar 129 pk meer (ten opzichte van 140 voordien) maar wel een mooie 235 Nm koppel.
129 pk mag dan weinig lijken maar deze Suzuki weet ze heel goed te benutten. Met zijn leeggewicht van slechts 1020 kilogram, een stevig, voorspelbaar onderstel en een haarscherp stuurgevoel is dit een auto waar je geen seconde rustig mee wil rijden. En dat is ook helemaal niet erg: dankzij een 0-naar-100-tijd van slechts 9,1 seconden hoef je je geen zorgen te maken over het verliezen van je rijbewijs terwijl je je toch rot amuseert.
Daar denken de Italianen blijkbaar toch anders over. De Abarth 595 die wij meekregen, een ‘Yamaha Monster Energy’-editie, biedt eveneens een 1.4-liter turbomotortje maar dit blok produceert maar liefst 165 pk. Het koppel ligt wel iets lager dan dat van de Suzuki, bij 230 Nm. Dat betekent dat de Abarth bij lage toeren al relatief levendig voor de dag komt, maar eens je wat toeren maakt komen die 165 paarden tot leven om je stuk voor stuk een flinke schop in je kont te geven. Dat, in combinatie met het broekzakformaat van dit autootje, maakt van de Abarth een ronduit dramatische, bloedstollende machine. Vanuit stilstand bereikt hij de 100 km/u in 7,3 seconden—bijna 2 seconden sneller dan de Suzuki. En dat doet hij ook flink wat luider dan zijn Japanse concurrent: het uitlaatsysteem van de Abarth brult en knettert in zijn sportstand al je buren uit hun bed.
Wanneer de weg echter wat bochten vertoont wordt de 595 pas écht eng. Waar de Suzuki een zekere voorspelbaarheid en balans vertoont lijkt de Abarth eerder een raket die liever in één rechte lijn de bochten afsnijdt. Het stuur mist wat gevoel en nauwkeurigheid en het onderstel heeft toch al snel ondersturende neigingen wanneer een bocht te snel genomen wordt. Begrijp ons niet verkeerd: de Abarth is een plezierige machine maar gewoon om andere redenen en op andere momenten dan de Suzuki.
Ook op vlak van gebruiksgemak is de Abarth 595 de meer compromisloze van onze twee hot hatches. Om met de interieurruimte te beginnen is er voorin de Italiaan wel voldoende ruimte, als vraagt het wat gewenning om de ideale houding te vinden. Achterin is het echter een ander verhaal: daar kan je met een gerust geweten enkel kinderen kwijt. Daar doet de Suzuki het niet alleen beter, maar zelfs onverwacht veel beter. Knie- en hoofdruimte zijn achterin de Swift Sport bovengemiddeld goed: zelfs als volwassene kan je daar uren zitten. Het is natuurlijk een ongelijke strijd voor de 25 cm kortere Abarth.
Voor de kofferruimte geldt dan ook hetzelfde verhaal, al krijgt het hier een bijna lachwekkende wending. De koffer van de Abarth 595 is namelijk met zijn 185 liter niet groot, maar dat accentueren de Italianen nog eens door er het kleinste hoedenplankje ooit gezien in te monteren. Daar toont de Suzuki zich als een serieuzere auto: met 265 liter aan kofferruimte kan je al wat meer doen.
Beide auto’s zijn echter geen helden als het op infotainment aankomt, al valt er best mee te leven voor dit segment. Met name het systeem in de Swift Sport laat zich niet altijd intuïtief bedienen. In het scherm van de Abarth vind je al wat sneller je weg.
Je plaatst al een Abarth 595 op je oprit vanaf 19.990 euro terwijl je voor de Suzuki minstens 26.099 euro moet neertellen. Zoals wel vaker toont de basisprijs echter niet het complete plaatje, want de Suzuki krijgt wel héél wat meer standaarduitrusting. Zo krijg je meteen stoelverwarming, adaptieve cruise control en zelfs een achteruitrijcamera mee.
Dat zijn niet gewoon zaken die je op de Abarth niet standaard meekrijgt, dat zijn zaken die je op een Abarth gewoonweg niet kan krijgen. In de plaats daarvan bestaat zijn optielijst uit sportievere dempers, opvallende stickers en (nog) luidere knalpijpen. Minder verstandig is het allemaal wel, maar het spreekt tot de verbeelding als geen ander.
Als het verbruik een factor is in je keuze, dan is de Suzuki mild hybrid natuurlijk de absolute prijspakker. Bij rustig rijgedrag haal je daar zo’n 5,8 liter per 100 kilometer en zelfs met een zwaardere voet maakt de Swift Sport het niet veel bonter dan 6,5 liter. Laat dat nu net het cijfer zijn waar de Abarth bij rustig rijgedrag begint, en die eindigt dan bij zo’n 8 liter wanneer je sportief rijdt.
Het lijkt bijna voor de hand liggend: kies je voor de venijnige, schreeuwerige en onpraktische Italiaan of voor de doordachte, voorspelbare en beter uitgeruste Japanner? We hadden het echter knap lastig want de Abarth verleidt je met zijn eigenwijze charme zoals enkel een rebels kind dat kan. In dit geval gaat onze voorkeur toch uit naar de Swift Sport—al hoeft de 595 dat niet persoonlijk te nemen. De Suzuki is simpelweg één van de meest pure, gebalanceerde, competente rijdersmachines die je kan ervaren.
Media: Bram Billiet
Publicatie: 07/04/2021
Auteur: Joram Van Acker