× Deze website maakt gebruik van cookies. Door op “Aanvaarden” te klikken geeft u uw toestemming tot het gebruik van onze cookies. U kan ook steeds weigeren door op “Weigeren” te klikken. Raadpleeg ons Privacybeleid en Cookiebeleid voor meer informatie over hoe wij uw gegevens verwerken en om meer te weten te komen over uw rechten met betrekking tot de verwerking van uw persoonlijke gegevens.

Glow Plug EVEN VOORGLOEIEN...
bos vogelperspectief

menoto logo

menoto key

ALPINE A110

1.8 Pure

Sportief

252 pk
320 Nm
0-100: 4,5 S
8,0 L/100KM

Zegt iemand “sportwagen” dan haal je waarschijnlijk Duitse, Italiaanse of misschien zelfs Japanse modellen voor de geest. Frankrijk, dat is eerder het land van brood, wijn en budgetwagens. Tot nu, want dit is de nieuwe Alpine A110!

1

DESIGN

Jawel, het is hier weldegelijk relevant om “nieuw” voor “Alpine A110” te plaatsen. In een ver verleden was er namelijk al eens een Alpine A110. De oorspronkelijke sportwagen werd geproduceerd van 1961 tot 1977 uit een bonte mix van Renault-onderdelen. Hij beek echter al snel betekenis te geven aan de uitdrukking “meer dan de som van zijn onderdelen” want de Alpine A110 won in de jaren ‘70 ontelbare internationale races, waaronder de Rally van Monte Carlo in 1971 en het befaamde World Rally Championship van 1973. Het is dat iconische model dat Alpine nu wil eren met de komst van zijn heruitgevonden A110. Dat steken ze ook niet onder stoelen of banken want het design van de nieuwe sportwagen verwijst duidelijk naar dat van zijn inspiratiebron. De vier afzonderlijke koplampen zorgen namelijk al voor een onmiskenbaar A110-signatuur, maar ook heel wat subtielere lijnen doen denken aan het origineel van de vorige eeuw. Kijk maar naar die middenlijn op de motorkap die onderaan de neus splitst of naar de inkepingen bovenop de achtervleugels waar het oermodel ventilatieroostertjes had. Die kenmerken komen allemaal samen tot een design dat het oude duidelijk eert terwijl het toch premium genoeg blijft om op een parkeerplaats naast een nieuwe Porsche Cayman te kunnen staan.

Alpine A110

2

RIJGEDRAG

Onderhuids hanteert Alpine tegenwoordig echter een andere filosofie dan pakweg 50 jaar geleden. Hoewel het herrezen merk nog steeds onlosmakelijk verbonden is met Renault kunnen we de nieuwe A110 toch niet gewoon zien als een Frankenstein van losliggende Twingo- en Capturonderdelen. De Alpine is een compleet eigen ontwikkeling met afzonderlijke technologie. Enkel de motor komt uit de rekken van Renault maar dat is dan ook niet het minste rek: wel dat met het etiket “Mégane RS” op de leggers. In tegenstelling tot die Renault ligt dat blok in de Alpine dan nog eens achter de inzittenden in plaats van voorin. De A110 haalt zijn vermogen dus uit een bescheiden 1.8-liter viercilindermotor op benzine. Met wat hulp van een flinke turbolader hoest die krachtbron 252 pk en 320 Nm koppel op. Niet extreem veel dus, denk je dan, maar dat is ook niet waar Alpine op mikt. Van begin af aan speelde de kleine Franse fabrikant in de klasse van de lichtgewichten en dat is met de nieuwe A110 niet anders. Deze sportwagen weegt slechts 1080 kilogram en is daarmee maar liefst zo’n 300 kilogram lichter dan een Porsche Cayman. Zo bereikt hij ondanks een kleine 50 pk minder dan een basis-Porsche toch sneller de 100 km/u: in 4,5 seconden. Zijn acceleratie is echter niet het grootste talent van de Alpine A110. Zijn naam zegt genoeg: deze middenmotor-bolide is ontworpen voor bochtige passen. Richt je die wendbare neus dus op de binnenbocht, dan duwt zijn kont je er nog net iets scherper door dan je mogelijk achtte. Zijn automaat met schakelflippers op de stuurkolom schakelt ook nog eens heel direct en de uitlaat ploft en gromt daarbij als een bezetene. Deze wagen tovert gewoon een Franse grijns van oor tot oor op je lippen, en dat zonder oncomfortabel te worden wanneer je het eens wat rustiger aanpakt. In al zijn responsiviteit is het stuurgevoel toch niet te zwaar voor normaal gebruik. Hetzelfde geldt voor de ophanging: terwijl de auto stabiel en stevig de bocht om kan hoeft hij je daarom geen hernia te schudden op een kasseiweg. Deze Alpine is dus hét bewijs dat dynamisch rijgedrag niet moet samengaan met staalharde ophanging en een onaangenaam zwaar stuur, maar wel met een doordacht ontworpen onderstel.

3

GEBRUIK

Indien je oprecht geïnteresseerd bent in een Alpine, sla dan deze sectie over. De A110 stuurt namelijk zo fijn en ziet er zo goed uit dat je zijn gebrek aan bekerhouders, het ontbreken van een handschoenkastje en zijn lachwekkend kleine kofferklepje er graag bijneemt. Er zijn zelfs geen opbergvakken in de deuren en de gewichtsbesparende kuipstoelen op de standaardversie zijn enkel in lengterichting verstelbaar. Maar ook dat is niet erg, de dealer kan je stoel met een schroevendraaier en een sleutel wat lager of hoger plaatsen en je bent weer goed voor een paar haarspeldbochten en ploffende stoplichtsprintjes. In de geest van onpartijdigheid moeten we toch toegeven dat we sommige van die hiaten in zijn gebruiksgemak niet helemaal kunnen verantwoorden. Op de deuren is er echt wel genoeg loze ruimte voor een opbergvak en de motor ligt achter je dus waarom zou er geen plaats zijn voor een handschoenkastje in het dashboard? Het enige wat we voorin anders nog vinden is het reservoir voor de ruitensproeiers en een beetje kofferruimte maar die is met 100 liter ook niet bepaald riant. De enige oplossing is dus om de documenten van de auto in de koffer achteraan te laten rondslingeren. Die is nog eens 96 liter groot maar heeft dan wel zo’n kleine opening dat je er behalve die papieren niet veel inkrijgt. Je moet er dus, kort samengevat, wat voor over hebben. Dat geldt in zekere zin ook voor de bouwkwaliteit van het interieur. Hoewel het allemaal prachtig vormgegeven is kunnen we minder enthousiasme opbrengen voor de materiaalkeuze. Vooral op de deuren en aan de onderste helft van het dashboard vinden we wat slappe, ruwe plastics. Dat is natuurlijk een toegeving die je graag maakt voor het lage gewicht van de A110. Achter die uitvlucht kan Alpine zich echter niet verschuilen als het op infotainment aankomt. Het systeem zo ongebruiksvriendelijk dat het zelfs een uitdaging is om de sneltoetsen te vinden. Competentere software zou, volgens ons toch, even weinig wegen.

Alpine A110

4

KOSTEN

Het mag dus duidelijk zijn het geld dat je voor een Alpine betaalt grotendeels naar het design, de aandrijflijn en het onderstel gaat, en het resultaat daarvan mag er dan ook zijn. Maar hoeveel geld, denk je dan? Wel, je haalt een Alpine A110 in huis vanaf 57.300 euro. Daarmee is hij een mooie 4.000 euro goedkoper dan zijn grootste concurrent, de Porsche Cayman, maar wel ruim 7.000 euro duurder dan een Toyota Supra met viercilindermotor. Wij reden de A110 als uitrustingsniveau ‘Pure’, de basisversie. Die krijgt meteen cruise control en alle infotainment mee, maar voor parkeersensoren en een achteruitrijcamera moet je bijbetalen. Die heb je echter wel nodig in een sportwagen met kleine raampjes, dus dat is alvast 1.210 euro die je op de basisprijs mag bijtellen. Voor verwarmde of verstelbare zetels moet je upgraden naar minstens de ‘Légende’-uitvoering, die begint aan 61.300 euro en krijgt dan meteen ook de parkeersensoren, achteruitrijcamera en een Focal-audiosysteem mee. Adaptieve cruise control is op geen enkele versie beschikbaar, net als een noodremassistent of dode hoekassistent. Er zit namelijk geen radarsysteem in de Alpine gemonteerd.

5

CONCLUSIE

Frankrijk heeft een sportwagen en die speelt meteen al mee met de grote jongens. De nieuwe Alpine A110 biedt een klassevol en karaktervol alternatief met toonaangevende rijeigenschappen. Bovendien is zijn prijs correct voor alles wat hij biedt, al hou je misschien best wat budget over voor aftermarket bekerhouders.

Publicatie: 20/01/2021
Tekst: Joram Van Acker
Media: Bram Billiet

Deel deze review met anderen!

Alpine A110
×


terug naar boven